Nieuwsblad van het Noorden, 4 oktober 1913
Een stukje geschiedenis
Winschoten zou z'n naam ontleend hebben aan 't schieten in de lucht - schoten in de wind - windschoten!
Er is echter ook 'n andere lezing!
Toen de Handelsvereeniging in deze gemeente nog bloeide, werd me opgedragen 'n korte beschrijving over onze stad te schrijven in de Handelsgids, Om iets omtrent oud-Winschoten te vernemen, wendde ik me tot nu wijlen den heer Koos Meder, een der laatste telgen te dezer stede van een oude Winschoter familie.
Meest bereidwillig werd aan mijn verzoek voldaan en de heer M. vertelde me 't volgende:
„De Rensel, een zijtak van de Pekelder Aa, liep langs dit plaatsje. In de nabijheid van 't tegenwoordige Wissemann was een waterkeering geplaatst, een schot of schoot, dat door winden gesloten en geopend kon worden. Naar dat windschot of schoot zou de plaats den naam Windschoot, later Winschoten verkregen hebben.
Omtrent Wissemann's bergje het volgende: De plaats was vroeger een sterkte en dit bergje was een overblijfsel van de wallen. Toen voor ruim dertig jaren het huis in de Langestraat werd gebouwd, Waar nu de heer D. Cohen woont, zijn nog overblijfselen ontdekt van 'n vroegere poort op die plaats.
Op de vraag of Winschoten is belegerd door de Spanjaarden, deelde de heer M. me mee, daarvan ook iets te hebben gelezen. De noordoosthoek van 't tegenwoordige Marktplein tot 1826 de begraafplaats, heette voorheen Spaansche dobbe. De noordoosthoek van 'n begraafplaats was de hoek waar zelfmoordenaars en misdadigers begraven werden. Ook de gesneuvelde Spanjaarden zullen daar begraven zijn. Vandaar de naam.
Weet u ook, waarom de toren op zoo'n vreemde plaats staat ten opzichte der kerk?
De heer M. had wel eens gehoord, dat er vroeger vier torens zouden gestaan hebben, op gelijke afstand van de kerk. Bijzonderheden hierover ontbraken echter.
Verder pratende vroeg ik o.a. hoe men aan den naam 't Poelken was gekomen.
Eenigszins verwonderd, dat ik zulks niet wist, vertelde de heer M. me, dat men vroeger op de grens van de Hoogeklei, ongeveer waar nu de bewaarschool staat, des winters de schaatsen onderbond en over de poeltjes en plassen naar 't Winschoterdiep „scheuvelde" tot 't tegenwoordige Poelken. Welnu aan die poeltjes of poelkens ontleent het Poelken zijn naam!
Na nog vele bijzonderheden te hebben vernomen, nam ik afscheid van den heer M. onder belofte spoedig eens te zullen terug komen. Dat heeft niet mogen zijn!
Hoogachtend Uw dw. M. ten Cate.
Winschoten, 1 Oct. 1913