Nieuwe Tilburgsche Courant, 16 oktober 1905
De kerk te Winschoten
Men schrijft uit Winschoten: Bij het opbreken van den vloer van het kerkgebouw der Ned. Herv. Gem. te Winschoten, zijn eenige zeer oude grafsteenen blootgekomen, waarvan sommige nog in zeer goeden staat. Op een dezer steenen prijkt het familiewapen van den overledene ; daaronder staat de Latijnsche spreuk: Deposita Mortalitate immortalitate Fruor. (Het stoffelijke afgelegd hebbende, geniet ik de onsterfelijkheid.) Als randschrift is de volgende inscriptie aangebracht: Anno 1645 den 5 Septembris is de Eerntveste welgelerde En der Rechter wel ervaerne Wilhelmus Lupkens in Godt entslapen, Olt 37 jr.
Verwachteti en Slalig Opperstandige.
Bij 't afkappen van de bepleistering van den muur op het koor heeft men muur- of ornamentschilderingen ontdekt. Men heeft dat deel van 't koor afgeschut, zoodat wij de blootgekomen schildering niet van nabij konden beschouwen. Men deelde ons mee, dat den heer Petersen van deze ontdekking kennis is gegeven, met verzoek ze in oogenschouw te nemen, ten einde over haar waarde te kunnen oordelen.
Op het koor in den noord-oostelijken hoek liggen een paar grafsteenen van de familie Mestingh alhier. Die steenen dagteekenen van de 17de eeuw, zooals ons door een der heeren Mestingh werd medegedeeld. Uit een koopbrief, nog in Z.Eds. bezit, blijkt, dat die graven zijn aangekocht voor 60 caroli-guldens.
De familie Mestingh is zeker de oudste familie in Winschoten. In 't jaar 1590 heeft zij zich daar gevestigd en wel op dezelfde plaats, waar de firma thans nog woont.