Haarlem's Dagblad, 10 februari 1887
Uit Winschoten wordt gemeld: Maandag is bij vonnis van de rechtbank te Winschoten in staat van faillissement verklaart de heer S. D. kassier alhier. Volgens raming zal het passief bedragen 2½ ton. Naar men verzekert, zijn in dit faillissement zoowel aanzienlijke landbouwers als kleine kooplieden betrokken, van welke laatsten waarschijnlijk velen deze crisis niet zullen doorstaan.
---
Haarlem's Dagblad, 9 april 1887
De crediteuren van het faillissement van S. Detmers, tot Febr. dezes jaars kassier te Winschoten, zijn tot de ervaring gekomen, dat het geluk de wereld nog niet uit is. Een hunner, de heer D. S. Detmers, landbouwer te Meeden en vader van eerstgenoemde, heeft dezer dagen zijn vordering van één ton plus eenige duizenden gulden ingetrokken nadat tegen de verificatie van die pretentie verzet was gedaan door den heer A. H. van Bergen te Heiligerlee, hetgeen den stoot gaf tot een nader bijzonder onderzoek door derden.
De behandeling van het verzet voor de Rechtbank komt nu te vervallen en het passief van pl.m. 2½ ton beduidend verminderd. (N. Gron. Ct.)
---
Sibolt Detmers, geb. Meeden 2 mei 1857, kassier, zn. van Detmer Detmers en Eelbren Tonkes, tr. Winschoten 19 jan. 1887 Willemtje Prins, geb. Veendam 20 mei 1861, dr. van Ties Egberts Prins en Ida Jans Panman.
Uit dit huwelijk:
Ida Detmers, geb. Winschoten 21 april 1887.
Het echtpaar trouwde op 19 januari 1887 in Winschoten, vlak voor het faillissement. Op 21 april werd dochter Ida geboren.
Nog hetzelfde jaar emigreerde het gezin naar Kalamazoo in de Verenigde Staten.
Volgens de Amerikaanse volkstellingen bleef Ida de enige dochter. Zij trouwde met Henry Wolthuis.