Nieuwe Gorinchemse Courant, 10 januari 1884
Ook te Winschoten heeft kolendamp een onheil teweeggebracht. De zestienjarige zoon van een praamschipper plaatste des avonds een pot met gloeiende kolen in het vooronder om den vochtigen toestand van het kleine verblijf te verdrijven. Weinig tijds later begaf hij zich ter ruste, de kap echter sluitende. Toen de moeder 's morgens in de vroegte tot haren schrik in het achteronder het deksel van den kolenpot zag liggen, ontdekte ze weldra dat de zoon tegen haar wil van een nabij wonenden bakker kolen had gekocht en bij het ter ruste gaan bovendien verzuimd had den pot te sluiten.
Die onvoorzichtigheid werd met den dood geboet.
---
Jan de Jonge, geboren te Winschoterhoogebrug, Wedde op 4 november 1868, overleden te Winschoten op 3 januari 1884, zoon van Frederik de Jonge en Elsien Stuut.